13 april 2012, 15u56, tijd voor nog eens een blogbericht. Vrijdag de dertiende dan nog, kan niet anders dan geluk brengen!
Mijn persoonlijke status: thesiswork in progress. Al enkele maanden zo, het belooft minstens een dikke maand zo te blijven. Straks het allerlaatste interview. Intussen heb ik de ronde som van 20 personen geïnterviewd. Dat worden er dus 21. Van het begin wou ik graag minstens 15 interviews gedaan hebben, het streefdoel was 20. Mission accomplished dus. Maar uiteraard is het niet van centraal belang hoeveel mensen ik zag, wel wat ze te vertellen hadden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het erg leerrijk vond om al deze interessante ervaringen en verhalen heb mogen horen. Daarbovenop komt nog eens het feit dat ik een heleboel mensen heb leren kennen, die ik anders misschien nooit had gesproken.
Waar ik veel over leerde, is over het schaken voor personen met een visuele beperking. Er zijn best wel een aantal personen die slechtziend/blind zijn, die ook houden van het schaakspel. Meestal spelen zij met een aangepast voelbordje naast het grotere schaakbord. Er wordt dus geschaakt op twee borden. Dit voelbordje is zodanig aangepast zodat er op de tast gevoeld kan worden welke stukken waar staan. Zo kan men bijvoorbeeld het onderscheid maken tussen witte en zwarte stukken door middel van het feit dat op alle zwarte schaakstukken een klein pinnetje staat. Verder wordt de zet aangekondigd aan de tegenstander, die dan de zet uitvoert. Het is ook mogelijk dat een assistent deze zet uitvoert. Het spel zelf houdt men dan in het geheugen bij.
Voelbord |
Ik interviewde enkele personen die blind/slechtziend zijn, personen waarvan ik stuk voor stuk interessante input kreeg. Wisten jullie bijvoorbeeld dat er een addendum is bij de officiële FIDE-schaakregels, waarop regels voor personen met een visuele beperking genoteerd staan? Hier staat bijvoorbeeld in wat de afspraken zijn in verband met het benoemen van stukken en velden, wanneer een zet is uitgevoerd, wat er moet gebeuren indien er op beide borden een verschillende positie ontstaat, dat de persoon met een visuele beperking recht heeft op een assistent en wat deze assisten mag doen enzovoort. De link vind je hier.
Zo leerde ik ook dat er een wereldschaakbond staat voor personen met een visuele beperking: het IBCA (International Braille Chess Association), die onder andere WK's en Olympiades voor zijn rekening neemt. In België zijn nog een vijftal actieve clubs voor en door personen met een visuele beperking. Intussen gaan deze clubs mee in de trend waarbij ziende begeleiders en andere geïnteresseerden ook kunnen lid zijn een deelnemen aan de clubactiviteiten.
Logo IBCA |
Deze aanvulling aan het officiële schaakreglement bestaat enkel voor personen met een visuele beperking. Andere personen die bijvoorbeeld ondersteuning nodig hebben (bijvoorbeeld voor het uitvoeren van hun zet), worden dus niet echt in rekening gebracht in de reglementering. De vraag of dit wenselijk is, valt te beantwoorden met pro's en contra's. Uiteindelijk kan dit misschien enerzijds vaak geregeld worden onderling, zonder dat hier een reglement over moet worden geschreven. Anderzijds kun je je afvragen waarom dit niet meegenomen kan worden in het reglement, personen met een visuele beperking kunnen immers volgens de regels wel beroep doen op een assistent, om bijvoorbeeld de zet uit te voeren. Fin ja, het lijkt mij een enorm boeiende discussie, eentje voor op café onder het drinken van een pintje.
Oja, deze quote wil ik jullie alvast niet onthouden: "Chess is one of the most ancient, intellectual and cultural games. It is a combination of sport, of scientific thinking and of elements of art." (Statuten FIDE). Of waarvoor grasduinen in de statuten van de wereldschaakbond niet nuttig voor kan zijn.
Tieme, hoe gaat het met de thesis? Met Raindropches hebben we ook wat interessante groepen gedaan. Een paar keer een gesloten jeugd gevangenis en ook kinderen met een verstandelijke beperking. Beide met succes.
BeantwoordenVerwijderen