zondag 4 december 2011

Schaken als middel

Zoals reeds in het eerdere blogbericht "Chess in Education" te lezen was, wordt het schaakspel niet louter gebruikt voor recreatieve doeleinden. Daar werd duidelijk dat het spelletje in vele schoolse settings gebruikt wordt ter bevordering van het leren. Fin ja: u las het daar. Maar schaken wordt gebruikt voor meer dan dat... Niet altijd op even wetenschappelijke basis, maar toch wel vaak erg breed uitgewerkt. Een kort overzichtje van zaken die zoal gebruikt worden...


1) Om nog even in de schoolse context te vertoeven: schaken als middel om te komen tot het ontwikkelen van cognitie. Dit wordt in Vlaanderen gebruikt in een school in het buitengewoon onderwijs. Met name in De Boomgaard, een type 1-school in het Brugse met leerlingen met een licht verstandelijke beperking. Met behulp van de denkmannetjesmethode van Gagné en Longpré leren de leerlingen probleemoplossend denken bij het spelen van een schaakspel. Deze toffe methode, Reflecto genaamd, gebruikt verschillende beroepen in verschillende fasen van het proces om een probleem aan te pakken (zo gaat bijvoorbeeld eerst de detective het probleem proberen exploreren, daarna zoekt de bibliothecaris naar bestaande kennis over wat de persoon al weet over het onderwerp,...). Het is de bedoeling dat de leerlingen na verloop van tijd hun vaardigheden kunnen transfereren naar andere situaties in het leven. Deze methodiek is trouwens uitgewerkt met behulp van het Centrum ter Bevordering van Cognitieve ontwikkeling (CEBCO). 

De denkmannetjes


2) Een compleet andere invulling geeft de Amerikaanse schaaktrainer en psycholoog Moreno aan het schaken (zoals ook al eerder beschreven door de ook al eerder vermelde Karel van Delft). Hij ziet het schaakspel als een middel om vaardigheden aan te leren die men kan transfereren naar het dagelijkse leven. Hij richt zich hierbij vooral op kinderen en jongeren in erg uiteenlopende, moeilijke situaties. De schaakstellingen moeten voor deze kinderen en jongeren levenssituaties voorstellen, waarbij deze dan vaardigheden aangeleerd krijgen om te kijken hoe ze de problemen adequaat kunnen aanpakken. Moreno ziet het schaakspel dus als soort een metafoor van het leven. Hij ziet de therapeutische waarde in van het schaakspel, het centrale doel van het schaken is niet het beter worden op vlak van rekenen of cognitief denken, maar de begeleidingsgesprekken erbij ziet hij in de eerste plaats als cruciaal. Voorbeeldje hieronder: conflicten oplossen: bereik je meer door te slaan of door te lopen?

Schaakopgave: slaan of doorlopen?

3) Ook vanuit de psycho-analytische hoek is er deze invulling van het schaken als therapeutisch middel bij de beleiding van jongeren (het betreft de heren Gaines, Berkovitz en Kohn). Het is de bedoeling dat de therapeut levensinzichten meegeeft aan jongeren, via het schaakspel. Op deze manier is er sprake van een soort onrechtstreekse confrontatie met de weerstanden die deze jongeren voelen. Ook de tweede editie van het boek Chess Therapy (boek van de zekere heren Fadul en Canlas) gebruikt het idee van schaken als psychotherapeutisch middel. Men onderscheid acht grote psychotherapeutische modellen, waarin schaken telkens gebruikt wordt. Het boek is verder een uitwerking van acht casussen waarin deze methodiek telkens toegepast wordt (bijvoorbeeld: psycho-analyse, systemisch, cognitief gedragsmatig,...). "Chess Therapy" is trouwens ook te vinden op wikipedia, voor de geïnteresseerden.

Cover van het boek: Chess as therapy.

maandag 21 november 2011

De kop is eraf!

De kop is eraf! De eerst twee interviews van een hele reeks zijn afgenomen. Hiep hiep hoera!

Ook het genot van het transcriberen der interviews heb ik intussen mogen ervaren. Maar toch ook vooral al twee heel interessante mensen aan het woord gehad. Als het zo in stijgende lijn blijft doorgaan, dan wordt het een erg boeiende thesis.

Ik heb intussen ruim een tiental personen met een beperking en/of label die willen meewerken aan het project. Er zijn ook reeds enkele beleidsmensen/deskundigen in het veld die ik ga interviewen. Ik heb al enorm veel positieve commentaren en tips gekregen rond mijn masterproef!

Mijn aandacht werd met dank aan een ploeggenoot ook gevestigd op het volgende artikel op een bekende schaaksite Chessvibes. Het gaat over het wereldkampioenschap schaken voor personen met een beperking, dat voor het eerst gehouden werd, en meer bepaald in Duitsland. Er waren prijzen voor de beste schaker met een visuele beperking, beste speler met een auditieve beperking en beste persoon met een fysieke beperking.

De winnaar van het toernooi: Thomas Luther.
De uiteindelijke overwinning was voor deze Duitse grootmeester Thomas Luther. Hij was dominant en haalde de perfecte score van 7 op 7. Ik ben op papier trouwens ook een hapje voor deze man, hij heeft vlot 300 elopunten meer dan ikzelf. Ik vind het allezinds een tof initiatief, dat men op tweejaarlijkse basis gaat organiseren. Ik hoop ook dat het voor de deelnemers ook een goede stimulans kan betekenen om eens een toernooi mee te spelen in het reguliere circuit!


zondag 13 november 2011

Chess in education

Er zijn inderdaad wel al wat mensen die zich wetenschappelijk hebben beziggehouden met het schaakspel. Vooral het idee dat schaken als middel ergens toe bij kan dragen is een idee waar vele geïnteresseerden voor mij zich hebben mee bezig gehouden. "Mee bezig houden" is dan nog een understatement. Echt wel onderzoek naar uitgevoerd en vaak ook nog eens in de praktijk trachten uit te voeren.

Het meeste valt er te vinden in de onderwijskundige hoek. Het schaken bevordert het leren. Dat dit enorm actueel is, bewijst het lobbywerk dat groot schaakkampioen en voormalig Russisch politieker Garry Kasparov doet om het schaken als vak geïntegreerd te krijgen in het onderwijs (over heel Europa). Hij stampte de Kasparov Chess Foundation Europe uit de grond. Dit is een organisatie die schaakopleidingen verspreidt bij geïnteresseerder leraars, om zo het schaken te promoten binnen het onderwijs, dit voor kinderen van 6 tot 18 jaar. 

Kasparov kijkt verbaasd in een schaakpartij tegen GM Nigel Short.

Een zekere Amerikaan, Robert Ferguson, balde in, op wetenschappelijk gebied lang vervlogen tijden (1995), al verschillend onderzoek hieromtrent samen in een review. Hij breekt eigenlijk een lans voor dat invoeren van het schaken in het onderwijs. Het is een opsomming van alle voordelen die dat zou bieden. Het is een lang lijstje, waarin onder andere het bevorderen van creativiteit, concentratie, kritisch denkvermogen en geheugen opgenomen zijn. Een toffe fait divers: een onderzoek van onze landgenoot Johan Christiaen werd hier ook in opgenomen! Het was een onderzoek tussen 1974 en 1976, waarbij de schaakgroep beter scoorde bij cognitieve testen. Ook de reeds eerder vermeldde Nederlandse psycholoog en schaaktrainer Karel van Delft voerde hier onderzoek naartoe, met positief invloed van schaaklessen op leerprestaties. Meer informatie is op deze website te vinden.


Zo'n discours, het kan niet anders of er moet daar wel tegenkanting tegen zijn gekomen, hoor ik u al denken. En inderdaad: in 2005 kwam het duo Gobet en Campitelli met een nieuwe review. Voornaamste punten van kritiek: de objectiviteit van de onderzoekers, die graag wouden bewijzen dat schaken een positieve invloed heeft, én het feit dat motivatieproblemen kinderen parten zou kunnen spelen, indien ze het spelletje niet leuk vinden. Ook de lange termijn effecten worden in vraag gesteld.
Schaakcartoon


Wat er ook van zij: het schaken in schoolse context maakt hoe langer hoe meer opgang. Schoolschaakkampioenschappen worden meer dan ooit bezocht, in scholen worden leraars warm gemaakt om schaakles te geven over de middagen, in scholen buitengewoon onderwijs wordt het ook vaak gedaan. Sterkere schakertjes gaan daarna vaak hun heil zoeken bij de lokale schaakclubs. En zo gaat de bal aan het rollen.

maandag 7 november 2011

Enkele cijfertjes...

- Aantal maanden met dit thesisonderwerp: 11.
- Aantal pagina's thesis op dit moment: 19.
- Personen met een beperking en/of label die al toegezegd hebben mee te werken aan dit onderzoek: 6.
- Ervaringsdeskundigen die tot nu toe gaan meewerken/meewerkten aan dit onderzoek: 4.
-  Huidig aantal tekens in thesis: 43088.
- Aantal volgers op deze blog: 5.
- Hoeveelheid enthousiasme voor mijn thesis op een schaal van 0 tot 100: 100.
- Aantal thesiswerkuren voor de boeg: veel.
- Aantal graankorrels dat Sessa, volgens de legende, vroeg aan koning Sheram in ruil voor de uitvinding van het schaakspel: 18.446.744.073.709.551.615 Voor de nieuwsgierigen: klik hier.



Verhalen, ervaringen, contactpersonen, mensen die iets willen delen; slechts één adres: tiemeverlinde@hotmail.com! Bedankt!

woensdag 2 november 2011

En waarom doedegij da?

Reacties die ik krijg op mijn thesisthema verschillen immer van elkaar, maar de meesten vallen toch  het best samen te catalogiseren onder de noemer oprecht verbaasde interesse, gevolgd door een soort van welgemeende you go, buddy! Als mensen daarna vragen of ik er zin in heb, hoef ik zelfs niet eens te liegen om "Eigenlijk wel, ja!" te kunnen antwoorden. Wat er ook van zei, ik heb een boeiend thema dat zowel mezelf als m'n promotor kan boeien. "Participatie en toegankelijkheid van het schaken voor personen met een beperking en/of label", dat is een soort van voorlopige werktitel van mijn thesis. Een vrij onontgonnen onderwerp, voor zover ik heb kunnen nagaan. Zo onontgonnen dat het exploratief onderzoek zal worden.

Het onderwerp is er natuurlijk niet zomaar gekomen... Drie brede thema's tot nu toe die een niet onbelangrijke rol in mijn jonge leven hebben gespeeld komen er mooi in samen. Ten eerste is er de meest logische link: het schaken. Als jongeling in het derde leerjaar begonnen met schaken op een Roefeldag in Brugge. Ik had hierop ingetekend na een filmnamiddagje "Lang Leve de Koningin", een schitterende film die het verhaal vertelt van een jong meisje dat op een spelende manier leert schaken in een fantasiewereld.

Lang Leve de Koningin
Een goede verstaander begrijpt: een hobby was geboren. Sindsdien uiteraard altijd trouw gebleven aan de club waarin ik heb leren schaken: de Koninklijke Brugse Schaakkring (KBSK). Sinds de universitaire studies is het schaken op een wat lager pitje komen te staan, al ben ik nog wel blijven lesgeven en  nationale clubcompetitie spelen (ook bij onze noorderburen uiteindelijk: Het Witte Paard te Sas van Gent). Het schaken dus als eerste invalshoek op mijn thesisonderwerp.

Een tweede, ook vrij logische, link: die vanuit de opleiding. Na humane wetenschappen te hebben gedaan in het middelbaar, het er toch maar op gewaagd om het te proberen aan den Unief. Het werden Pedagogische Wetenschappen, waar ik vrij snel wist dat ik juist zat én wat ik als afstudeerrichting zou kiezen in derde bachelor. Dat werd orthopedagogiek. Dit gebied interesseerde me intrinsiek het meeste binnen de pedagogische discussie. Vele waarden en uitgangspunten binnen de orthopedagogiek interesseren me erg. Het ganse inclusiedenken in het bijzonder. En inderdaad, de link met het schaken was voor mij vrij logisch. Een al bij al toeganklijke bezigheid die een bijzonder heterogeen publiek aantrekt. Inclusie? Inclusie! Dat smeekt om onderzoek, mijnheer...

Logo Universiteit Gent

Een derde, misschien op het eerste zich minder logische, maar daarom niet minder belangrijke, link: mijn jeugdwerklink. Ik ben sinds mijn 16de vrijwilliger op wat misschien wel de mooiste plaats ter wereld is: kinderboerderij Diggie te midden de Vlaamse Ardennen. Grosso modo begeleiden we daar kampen voor kinderen die zich voor een boerderijkamp kunnen inschrijven. Er is een vrij uitgebreide vrijwilligerswerking, waarmee we ongeveer maandelijks een fantastisch weekend beleven (vorming, werken, jaarlijkse Diggiefeest ...).

Drie medemonitoren op het "Waar is Wally?"-kamp tijdens de zomer van 2011.
Vrij kort door de bocht beschreven, maar het gaat vooral om het inclusieverhaal dat er meen ik geschreven wordt in het jeugdwerk. Dankzij studiedagen, vormingen en jeugdraden krijg ik een breder zicht op dit plaatje, en ik denk dat ze daar bezig zijn met het schrijven van een erg mooi verhaal. Men zet veel in op diversiteit, inclusie en participatie. Het is een verhaal dat leeft, maar laat ons niet blind zijn: er is nog veel werk voor de boeg. Als ik dit zie, dan vraag ik mij toch af: "En hoe zit dat bij het schaken?"

Is dit alles dan toch de kroniek van een aangekondigd thesisonderwerp? Toen ik als bijna 9-jarige uk in de cinema met het gezin aan het kijken was naar de film "Lang leve de Koningin", ging de bal aan het rollen. Dat de bal misschien wel harder rolt dan ooit, bewijst de gehoorde vraag "En waarom doedegij da?" dan wel niet, het antwoord erop daarentegen...


zondag 30 oktober 2011

Welkom!

Zoals dat gaat met iets nieuws, heet ik jullie allen van harte welkom op mijn nieuwe blog. Zondag 30 oktober 2011, iets over 5 uur in de namiddag: blog is on air. Driewerf hoera!

Schakende mensen op een bank in een park


Deze blog was een tip van Karel van Delft, een Nederlandse psycholoog en schaker. Een sympathieke peer die academisch al één en ander heeft betekend voor de schaakwereld. Hij heeft onder andere een schaakwerking met kinderen met autismespectrumstoornis (ASS), heeft samen met zijn zoon Merijn het interessante boek "Schaaktalent ontwikkelen" uitgebracht en nog veel meer.

Cover van het boek 'Schaaktalent ontwikkelen'

Deze blog is bedoeld voor alle geïnteresseerden, rond het thema van mijn blog: schaken en personen met een beperking en/of label. Bij deze een warme oproep om te reageren op nieuwe blogberichten en de link van deze blog door te spelen naar eventuele andere geïnteresseerden! Verhalen, ervaringen, linken, bedenkingen, meningen,... zijn allen van harte welgekomen!